Obstakel verlichting

Holland Aviation Helideck obstakel verlichting.

Het markeren en/of verlichten van obstakels is bedoeld om gevaren voor het vliegtuig of helicopter te verminderen door de obstakels te markeren.

Lage intensiteit obstakel verlichting, Type A of B, moet gebruikt worden als het obstakel niet te uitgebreid is maar wel meer dan 45m boven de grond is.

Een obstakelverlichting die voor de luchtvaart wordt gebruikt, is bedoeld om de zichtbaarheid van gebouwen of andere vaste obstakels te verbeteren die afleiding voor een vliegtuig kunnen zijn. Deze obstakelverlichting wordt vaak geplaatst op torens en hekken in de buurt van helihavens en/of luchthavens.


Er zijn twee gangbare types obstakelverlichting:
- Een rode lamp die knippert of een constant brandende rode lamp.
- Een witte lamp die 40 keer per minuut knippert.


In sommige delen van de wereld is het alleen toegestaan om een rode lamp te gebruiken. De witte xenonlampen komen steeds minder voor.


De oude rode obstakellichten of lichtbakens maakten gebruik van gloeilampen. Holland Aviation gebruikt echter een krachtige LED, wat de levensduur van de lampen vergroot en de energieconsumptie vermindert. Een ander voordeel van de krachtige LED is de langere levensduur van de LED-lampen.


Witte knipperlichten worden overdag gebruikt, terwijl 's nachts rode lichten gebruikt worden.


Een wit knipperlicht met gemiddelde intensiteit wordt gebruikt op gebouwen en structuren die tussen de 61 en 152,4 meter (200-500 voet) hoog zijn. Het gebouw moet worden geschilderd als het hoger is dan 152,4 meter (500 voet). Wanneer het gebouw hoger is dan 213,4 meter (700 voet), moet een witte knipperlicht met hoge intensiteit worden gebruikt. Deze lichten bieden zowel 's nachts als overdag de beste zichtbaarheid.


De torens en masten moeten worden geschilderd in de kleur internationaal oranje of met strepen van gelijke lengte in wit en rood. Dit is om de zichtbaarheid overdag te verbeteren.


Deze lichten worden geïnstalleerd op hoge gebouwen en structuren. Dit kunnen torens, masten, watertanks, schoorstenen, hoge gebouwen, kranen, elektriciteitsmasten, windturbines en structuren dicht bij luchthavens of helihavens zijn.